zondag 5 februari 2012

JUKAI

OP 30 december deed ik Jukai in het zencentrum Amsterdam aan de Binnenkant 39 in Amsterdam.

Jukai is een ceremonie waarin de Zenleerling
de boeddhistische voorschriften/leefregels ontvangt,
een Dharmanaam krijgt en een rakusu,
die de leerling zelf genaaid heeft.
De leerling spreekt zijn/haar (boeddhistische) voornemens,
beloftes hardop uit tegenover zijn/haar leraar,
de sangha (zengroepsgenoten)
en andere mensen die erbij zijn, zoals familie en/of vrienden.
Jukai is een openbare aangelegenheid.

daar was een lange voorbereidingstijd aan voorafgegaan die heel plezierig was en onderdeel daarvan was een motivatie te schrijven voor de Kaishi, Nico Tydeman.
zie hier mijn motivatie:

JUKAI
De directe aanleiding om zazen te gaan doen kwam voort uit een zekere ontevredenheid met de RAJA yogameditaties die ik deed sinds mijn yogadocenten-opleiding vanaf 1988.
Daar heb ik geleerd om dagelijks te zitten en heb er veel aan gehad totdat ik genoeg kreeg van de wel erg hooggestemde verwachtingen. (vooral van mezelf).
Door verschillende, zeer gedisciplineerde, fysieke, mentale en ‘ spirituele’ oefeningen werd je geacht duidelijk waarneembare resultaten te boeken op het nauw omschreven ' verlichte‘ pad.
Resultaten waren er zeker, de reis naar Zelfkennis was begonnen en meditatie en het oefenen om in het dagelijks leven aandachtig te zijn, waren niet meer weg te denken uit mijn leven, maar het ‘ hogere’ doel en de ‘ lagere’ zonden maakten dat ik enigszins stil kwam te staan.

De interesse voor meditatie begon al veel eerder: in 1970 maakte ik een lange reis door India en bezocht min of meer toevallig Sarnath, vlak bij Benares, de plaats waar volgens de geschiedenis de Boeddha voor het eerst de Dharma aan anderen onderwees, .
Dat was een indrukwekkende ervaring; de boeddhistische pelgrims uit de hele wereld en de vele boeddhistische tempels (van verschillende stromingen als ik me goed herinner) er was een mooie sfeer vond ik …..
Daaruit kwam voort dat ik in Nepal ‘ Tibetan Yoga and secret doctrines’ van Evans-Wentz kocht, waarin een van de eerste engelse vertalingen stond van de Pali canon, dit is de enige nog bestaande vroeg-boeddhistische verzameling van toespraken (soetra's) van de Boeddha.
Met veel interesse las ik dit tijdens de reis en thuisgekomen zo geboeid dat ik het in het Nederlands begon te vertalen.
Verlangen te mediteren en yoga te beoefenen was wakker geworden, maar nog niet in praktijk gebracht.
Eind 70er jaren volgde ik een twee jaar de yogalessen van Hans Wesseling in de Kosmos.

Bij een bezoek aan de Kosmos in de 80er jaren kocht ik het eerste boek van Nico Tydeman; ‘ Zitten de praktijk van Zen’, uitg. Karnak.
Ik ontmoette Nico daar, maar ben toen nog niet aan Zen begonnen.
Het boek sprak me erg aan en deed wat pogingen hiermee aan de slag te gaan, maar het mediteren werd pas serieus tijdens de yoga-docentenopleiding bij stichting Rajayoga Nederland van Philip Barbier, waar ik tijdens de drie jaar durende opleiding een goede ‘zit’ gewoonte opbouwde.

Naast de studie van de klassieke Yoga geschriften, las ik veel over het Boeddhisme.
De sutra’s van Patanjali ontstonden ongeveer in dezelfde tijd als waarin het boeddhisme is begonnen en beide praktische filosofieën kwamen voort uit het, zoals het nu heet, Hinduisme, met nieuwe inzichten, zonder theïsme , een scholingsweg om het Zelf/ niet-zelf te leren kennen.

Na een aantal jaren hatha yoga-lessen gegeven te hebben in NoordHolland, waar ik woonde, ontstond de behoefte aan een meer directe meditatiebeoefening, zonder al te hoog gegrepen doelstellingen( dacht ik…)
Zo kwam ik in 1999 of 2000 bij Nico Tydeman, stichter van de Kanzeon Sangha Amsterdam, voor de introductieles Zenbeoefening in de Krayenhofstraat.
Ook een vervolgcursus maakte dat mijn ‘ zitten’ nu ontdaan was van de ‘magische’ yogameditatie-oefeningen, en ik me erg thuis voelde bij de naar mijn idee meer aardse aanpak van deze discipline. Er werd ook flink gelachen bij de Kanzeon sangha, wat goed voelde.

In 2001 bezocht ik Plumvillage in Frankrijk, zenboeddhistisch klooster van Thich Nhat Hanh, voor de eerste keer,voor een zomerretraite van 2 weken en in 2002 deed ik daar Jukai, met vier geloften, een spontane actie, die aangeboden wordt tijdens de zomerretraite met de bijgevoegde zin: als je de komende drie maanden geen aandacht hebt gehad voor deze geloften, kan je deze vergeten (en er geen schuldgevoel over opbouwen) en het jaar daar op kwam ik regelmatig bij de Amsterdamse ‘ Plumvillage’ afdeling; Stichting ‘ Leven in aandacht’ in de van Walbeeckstraat 66, Amsterdam.

Tijdens de Kanzeon zomersesshin van 2004, toen nog in de in de Krayenhofstraat , ontmoette ik Lida Kerssies die op woensdagochtend een ‘open’ klas was begonnen.
Die ben ik gaan bezoeken met grote regelmaat en plezier.
Tot dat de ochtend opgeheven werd; een jaar kwam ik slechts af en toe op een sesshin en miste de regelmaat en de groep.
Dit jaar zit ik weer op de woensdagavond bij Lida.

Nu heb ik Jukai gedaan omdat het me een positieve volgende stap lijkt op de weg waar ik lang geleden aan begonnen ben, en wilde‘ kleur bekennen’ voor mijn omgeving. Het heeft ook te maken met de behoefte om ‘met vertrouwen’ te leven. Ik Hoop/denk dat deze stap me helpt bewuster, met meer aandacht te leven en daarmee ook mijn omgeving een plezier te doen en me wat sterker te verbinden aan de Kanzeon sangha.

Moeilijk aan de zenpraktijk vind ik momenteel de Koanweg, dat lukt me totaal niet en heb het even losgelaten om het over een tijdje weer te proberen.
Verder vind ik het lastig om te ervaren dat ik steeds weer geloof in de verhalen die zich in mijn hoofd afspelen en ik zelden ‘bevrijd’ kan denken/leven.
Maar de zenpraktijk zoals het beoefend wordt in de Kanzeon sangha is een grote inspiratiebron voor me en stimuleert me de weg te blijven volgen die ik graag wil gaan.